woensdag 9 mei 2018

Wildlife

Haar ogen worden van het ene op het andere moment zo groot als schotels. "Hoor je dat?" vraagt ze geschrokken, "dat geluid?" Via het beeldscherm zien wij hoe ze geconcentreerd zit te luisteren. "Nee?" zeggen wij. "Wat hoor je dan?" Heel voorzichtig draait ze het microfoontje van haar I-pad naar waar het geluid vandaan komt. En wij luisteren mee. Een krijsend geluid dringt, via Skype, helemaal tot de andere kant van de wereld.

© Tui De Roy / Roving Tortoise Photos
Merlinde zit in het donker op het bed in haar 'glamping'-tent. Ver weg, tussen Paihia en KeriKeri, in het Noorden van Nieuw Zeeland. Wij weten niet wat we er van moeten denken. Na enge verhalen over een possum, die onlangs op haar tent leek te zitten, vertelt ze nu over de bijna uitgestorven kiwi's. Terwijl we praten horen we een ratelend geluid. "Een mannetjes kiwi!", zegt ze, toch wel onder de indruk. "Die leeft vooral 's nachts, in het reservaat hier vlakbij." Ook het eerdere krijsende geluid blijkt van een kiwi te zijn geweest, maar dan van een vrouwtje. Hoe bijzonder dat ook wij deze allebei gehoord hebben!

Tien minuten later zien we haar ogen weer groot worden. Het beeld slingert heen en weer in de donkere tent en een kreet "Iiiieeeeew" volgt. Veel bewegingen waar wij geen touw aan vast kunnen knopen, en ineens een opgerold tijdschrift in beeld. We kunnen nog net op tijd waarschuwen. "Wel de eitjes goed stuktrappen, anders is je tent straks overbevolkt met die kakkerlakken".

Kiwi's, buidelratten, kakkerlakken. Wat hebben ze daar allemaal nog meer in Nieuw Zeeland?

zondag 4 maart 2018

Trouwe fan

Onze liefde voor de band The Eagles hebben we onbewust aan onze kinderen overgebracht. Vooral Merlinde weet inmiddels meer van de Eagles en zijn bandleden dan wij doen. Muziek van meer dan 40 jaar geleden! En zo komt het dat we met z'n vieren naar een optreden van de tributeband Dutch Eagles gaan, die het bij wijze van spreken beter doen dan de originele muzikanten. In de Haarlemse Schouwburg, een prachtig theater.

Dutch Eagles
Na de voorstelling kijken we nog even bij de verkoopstand. We zouden graag een nieuwe DVD willen hebben, want de vorige kennen we inmiddels uit ons hoofd. Er blijkt nog een opname te zijn, die ons wel wat lijkt. "Gesigneerd graag", zeg ik er nog wel even met een grijns bij. Ruben en Arto zetten met plezier hun handtekening op het schijfje.

Leuk om je idolen even van dichtbij te zien. Toch weer anders dan op dat verre toneel. "Maar jammer dat Dennis er niet bij was." zeg ik. "Shhhhttttttt, mám! Niet zo hárd!" Twee verontwaardigde meiden wijzen over mijn schouder. "Hij staat er ook bij". Met z'n tweeën duiken ze onmiddellijk achter een grote pilaar en sta ik in mijn eentje nog midden in die grote foyer naar Dennis te kijken. Hij kijkt me schalks aan en heft grijnzend zijn bierflesje naar me op.

Als een groupie die achter haar idool aangaat. Voel me een béééétje betrapt...

Grumpy old man

Het is druk in het hotel in Bergen in Noorwegen. De ontbijtruimte zit helemaal vol en het is even goed zoeken naar een plekje. Midden in de ruimte staat een ruime ronde tafel, waar een heer en dame op leeftijd zijn neergestreken. Wij sluiten met een vriendelijk "Goodmorning" bij hen aan.

Het duurt niet lang voordat de dame naar ons overbuigt en vraagt waar we vandaan komen. Tijdens onze conversatie draait ze zich regelmatig naar haar reisgenoot en vertelt hem, druk naar zijn bord wijzend, dat hij dit moet proberen of dat dat absoluut niets voor hem is. Lief bedoeld, maar wel wat dwingend. Hij reageert niet. 

Telkens als zij zich weer naar ons keert, wordt ze vertrouwelijker. Hand op mijn arm, een zacht klopje als ze het ergens mee eens is. Tussendoor vliegt ze naar het buffet om voor hem èn voor haarzelf weer een nieuw gerecht te halen. "Want hij ziet nu eenmaal niets." Wat dat betekent weten we niet precies, maar meneer zit lekker te smikkelen en praat alleen tegen haar als hij iets wil hebben.

Na steeds meer ontboezemingen van haar kant ("Well, he is 96, but very, véry intelligent" en "He lost his sight so I have to be there" en "He is a grumpy old man now") durf ik het aan: ik vraag hoe zij elkaar hebben leren kennen. "We are dear, dear, old friends". Met de nadruk op de laatste dear. Zij een Poolse weduwe uit de Verenigde Staten en hij een Poolse professor uit Canada. Hoe norser hij doet, hoe zorgzamer mevrouw om hem heen fladdert. Samen 'doen' ze Europa per cruiseboot en weten inmiddels niet eens meer waar ze zijn. 


















Een uurtje later komen we ze weer tegen bij het uitchecken. De grumpy old man die volledig zijn eigen weg gaat. De vriendelijke dame die achter hem aan loopt te redderen. Maar wat zien we nu precies? Is zij zijn gezelschapsdame? Zijn verzorgster? Was zij ooit verliefd op hem en grijpt zij nu haar kans? Wat het is wordt niet duidelijk, maar op dit moment lijkt hun relatie voor hem echt alleen maar functioneel. En dat voelt best een beetje triest...

zaterdag 23 december 2017

Nooit meer zwijmelen

Schönbrunn, Wenen


Ze hield niet van hem. Vond het huwelijk een beknellend instituut, het paleis een gevangenis en de kroon een loodzware last. 

Alles in Schönbrunn ademt Sissi. We voelen haar, we horen haar, we zien haar, in alle kamers van dit enorme paleis. Maar onze beleving van Schönbrunn gaat niet over een markante vrouw in de geschiedenis. Het gaat over de films uit de jaren vijftig. Die grenzeloos romantische films met Romy Schneider. 

De echte Sissi vond haar leven helemaal niet zo romantisch. Ze was zich heel bewust dat ze mooi was en besteedde vele uren aan haar uiterlijk. Aan haar enkellange haar en aan haar figuur. Maar ze at bijna nooit samen met haar gezin, want slank blijven was belangrijker. En liever verbleef ze, zonder haar man en soms maandenlang, in het buitenland. 

De Kerstdagen en Sissi horen bij elkaar. Maar sinds ons bezoek aan Schönbrunn is het echte zwijmelen wel een beetje over.


woensdag 25 oktober 2017

Vijftigers meer aan zet

"Hoe lang moet jij nog werken?" De nieuwe collega kijkt me nieuwsgierig aan. Het gesprek gaat over de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. "Ik mag nog wel even", zeg ik lachend. De vijftig gepasseerd geldt voor mij dat ik tot ruim 67 jaar zal moeten werken.

De dagen erna denk ik daar nog eens over na. Ervaar ik dat echt zo? Als 'moeten'? Als ik nu 's morgens opsta treed ik de dag frank en vrij tegemoet. Geen zorg meer voor het gezin, er is ruimte in hoofd en hart, en energie om me verder te ontwikkelen op een ambitieniveau waar ik zelf voor kies. Voor mij betekent dat, dat ik in mijn ene werkkring te maken heb met nieuwe, spannende werkzaamheden waarin mijn kwaliteiten goed tot zijn recht komen. En in mijn andere baan gebruik ik mijn jarenlange ervaring om goed en gedegen werk af te leveren. Geen van beide met een vast contract, dat dan weer niet. Maar het werk geeft me veel voldoening.

Thuis maakt het allemaal niet meer zo uit of het eten om zes uur op tafel staat. Beide dochters het huis uit en echtgenoot heeft ook interessante werkzaamheden. Als hij onverwacht wat later thuiskomt, lees ik gewoon eerst even de krant. Of maak mijn eigen werk af.

En toch knaagt er iets. Als we met elkaar hebben afgesproken dat we pas met 67 met pensioen gaan, en als we nu met elkaar vaststellen dat het heerlijk is om - ook als je ouder dan vijftig bent - zinvol bezig te zijn en je te blijven ontwikkelen, hoe kan het dan dat er zo veel vijftigers zo lang op zoek zijn naar nieuw werk? Of dat veranderen van (vast) werk bijna niet meer tot de mogelijkheden behoort? Als we als maatschappij verwachten dat we ten minste tot 67 jaar werken, biedt diezelfde maatschappij dan wel voldoende mogelijkheden óm te werken? Overheidscampagnes met John de Wolf geven een mooie aanzet om werkzoekende vijftigplussers aan te nemen. Maar de overtuiging moet echt vanuit het hart van een organisatie komen. 

Een rijke werkervaring én alle tijd van de wereld. Bereidheid tot flexibiliteit in houding en zelfs in salariëring. Jonge collega's mogen ons bij de les houden (graag zelfs!). Ideale werknemers. Toch?

zaterdag 8 juli 2017

Op zoek in Zweden

De wat oudere caissière kijkt ons onzeker aan. 'Pe-ter-Lund-qvist?' vraagt ze in zangerig Zweeds. Nej. Die kent ze niet. "Alg-hä-gen?" Nee, ook daar heeft ze nog nooit van gehoord. Ze kan ons niet helpen. Toch kijkt ze nog eens naar onze reispapieren en met vastberaden blik start ze, op haar kassa, Google Maps op. Na enig turen naar het beeldscherm klaart haar gezicht op. "You go...uhm..." Ze keert haar rug naar ons toe en als een stewardess steekt ze haar arm uit naar links. "To the left?" vragen wij. Yes, yes. Met haar andere hand duidt ze een heuveltje aan en roept over haar schouder: "Train!". "Cross the railway?" reageren wij weer. Ook dat is wat ze bedoelt. "Alg-hä-gen" zingt ze nog eens.

Stuga in Mullsjö
Met deze aanwijzingen en haar vriendelijke groeten gaan we op weg. Maar als boerderijen geen huisnummer hebben is het lastig vinden. Twee keer hetzelfde rondje over een grindweg; er klopt iets niet. Vermoeid van een lange dag reizen volgen we hoopvol de auto die net voorbij komt rijden. De regen en het onweer kletteren inmiddels uit de lucht. Na ons "We are lost!" wil ook deze vriendelijke Zweed meteen helpen. Ook hij checkt Google Maps en stapt dan in zijn auto om ons voor te rijden. Met een brede lach en een "Have a nice holiday" levert hij ons tien minuten later af bij - naar zijn inschatting - de plek die het best overeenkomt met de gegevens in onze papieren. En dat blijkt een Zweeds paradijsje.






maandag 6 februari 2017

Fit en weer vrolijk

Fitnesszaal
"Op welk nummer moet deze ook al weer?" De rode handel is om de stoel in te stellen. "En hoe zat het met de gewichten?" Het fitness-apparaat ziet er ingewikkelder uit dan het misschien is. Maar kon ik er de vorige keer al geen logica in vinden, nu ben ik de weg helemaal kwijt. Een radeloosheid overvalt me. 

De sporters om mij heen zijn geconcentreerd met hun eigen programma bezig en de instructeur begeleidt een jongeman bij zijn oefening. Gelukkig ziet hij mijn geworstel, komt naar me toe en vraagt vriendelijk. "Lukt het allemaal, mevrouw?" Confronterend. Ik voel me een muts. Een kluns. Een oud wijf. Van ellende beginnen mijn ogen te prikken en sta ik te stotteren: "De gegevens op mijn key zijn weer verdwenen en ik weet niet meer hoe dit apparaat werkt". En denk er achteraan: "Wat dóe ik hier?" 


De sportieve instructeur is een aardige jongeman, die meteen begrijpt dat mijn affiniteit niet bij fitness ligt. Dat stelt me gerust en ik ga graag op zijn aanbieding in om alle toestellen nog een keer langs te lopen. Stuk voor stuk legt hij het hoe en waarom ervan uit. Tot mijn eigen verbazing pak ik het weer snel op. "Ja, u bent een technisch denker. Dat had ik meteen al in de gaten. Dan heb je niet zo veel aan ezelsbruggetjes voor de apparaten". 

"Technisch denker?" Mmmm. Zo had ik het nog niet bekeken. Wat een paar aardige woorden al niet kunnen doen. Het komt vast wel goed.



zondag 22 januari 2017

Onbekend maakt onbemind

"Merlinde maakt nou eenmaal van haar hart geen moordkuil!" schrijf ik in de familie-whatsapp-groep. Mijn jongste heeft onlangs voor veel plezier gezorgd met haar liefdesverklaring op Facebook aan onze eigen vertrouwde supermarkt, na een klacht over een andere supermarkt in haar nieuwe woonplaats. De hilarische reactie daarop is in no time viraal gegaan. Maar nu lees ik in een whatsappje van Merlinde: “Hart? Moordkuil?"

Een paar dagen later vertel ik tijdens het eten over mijn werk. Hoe acuut een situatie was geworden en dat er echt wel iets moest gebeuren. “Je kan je voorstellen dat die organisatie op het vinkentouw zat”, zeg ik tegen mijn tafelgenoten, “Misschien moet er iets gedaan worden aan de procedures, want nu behandelen we ze rijp en groen door elkaar.” Instemming van Erik. Op het gezicht van Maryse één groot vraagteken.

Maar daar houdt het niet mee op. 's Avonds zien we hoe een deelnemer aan het razend spannende televisieprogramma Hunted zijn jagers tot het uiterste uitdaagt. Mijn bewondering heeft deze man, “… maar om de kat nou zo op het spek te binden?!” Een paar tellen lang is het stil. Dan een enorme verontwaardiging: “Potverdórie! Jullie ook altijd met die uitdrukkingen! Waar hebben jullie het noú weer over?"

Hoe is het toch mogelijk dat jonge mensen van nu nauwelijks een gezegde of spreekwoord meer kennen? Ik geef toe, ik wil ook nog wel eens wat verhaspelen, maar veel uitdrukkingen horen toch bij het gewone taalgebruik. Staat het leren ervan onderaan de prioriteitenlijst van meester of juf? Wordt onze taal armer door media als Facebook of Twitter? Of is het gewoon een kwestie van er belangstelling voor hebben?

Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes. Leert de generatie na ons ze nog? Het is niet voor niets dat wij al jaren tegen onze kinderen zeggen “Lees een boek!” om hun kennis van het Nederlands te vergroten. Maar dat is voor de ganzen preken.




















donderdag 15 september 2016

Als je zaak maar goed zit

Strand van Milna (Kroatië)

Hij is een van de vakantiegasten in Milna. Slank lijf, kort grijs haar, gouden halsketting en een donkere zonnebril. Geen atleet, maar beslist ook geen bierbuik. Hij kent iedereen hier, en grapt en grolt er vrolijk op los.

Na een paar dagen kennen we zijn vaste ritueel. 's Morgens trekt hij eerst zijn ligbed uit de rij strandstoelen en draait hem naar de zon. Legt er zijn handdoekje op. Gaat relaxed liggen. Interessant wordt het als de zon lang genoeg heeft staan branden. Dan komt hij overeind, legt het handdoekje op schoot. Wipt van de ene bil op de andere, ondertussen zijn kleine rode zwembroekje vervangend door een felblauwe, sportieve zwemshort. En loopt, iedereen vrolijk groetend, naar het water van deze mooie baai.

Maar dan. Van een grote, blauwe zwemshort naar een klein rood zwembroekje vraagt nét even wat meer aandacht. Onze man neemt er de tijd voor. Brengt uitgebreid en zonder enige gêne zijn 'zaakje' op de juiste plek in het kleine broekje. Smeert zich daarna nog maar eens uitgebreid in. Zet zijn zonnebril weer nonchalant op zijn hoofd en gaat triomfantelijk naar zijn omgeving zitten kijken. 

Wij vermaken ons prima op dit heerlijke strand. 

dinsdag 23 augustus 2016

Merlinde weet nu alles van moestuinen

Werken op een boerderij in Nieuw Zeeland tijdens tussenjaar

Na 366 dagen is ze weer thuis in Voorhout. Niet voor lang, want het Bredase studentenleven wacht. Verwonderd stelt Merlinde Greven nu vast hoe deze periode down under eigenlijk ontzettend snel voorbij is gegaan. "Bijna een jaar werken als WWOOF-er was een 'experience for life'!"

Toen ze zeventien was vertrok Merlinde naar Leeuwarden voor een studie Diermanagement aan de Landbouwhogeschool. Maar binnen een half jaar was de motivatie en het enthousiasme totaal verdwenen. Verkeerde studiekeus. Wat nu?

Keuzestress
Wanhopig zoeken naar nieuwe mogelijkheden leverde niets op. En de toenemende tijdsdruk gaf wel eens wat bonje in huize Greven. Merlinde: "Ik kon wat extra uren bij de Plus werken, maar dat was vooral een tijdelijke kwestie. Ooit zou ik toch een serieuze opleiding moeten beginnen. Maar een tweede keer verkeerd kiezen was ook geen optie". Voorzichtig opperde ze om, net als zus Maryse, een tussenjaar in het buitenland te doen. En ze wist ook al wat en waar.

Spannend
Is Merlinde zo'n avontuurlijk meisje? Om de stap te durven zetten moest haar buitenlandtrip via een organisatie verlopen, zodat ze daar altijd op terug zou kunnen vallen. Maar ook weer niet te gestructureerd, zodat het haar zou beperken. En met de crisis nog vers in het geheugen zou het ook financieel goed te doen moeten zijn. Al met al nogal wat voorwaarden. Werken op een boerderij in Nieuw Zeeland bleek hieraan goed te voldoen.

WWOOF
In het afgelopen jaar heeft Merlinde als WWOOF-er (World Wide Opportunities on Organic Farms) op twee totaal verschillende biologische boerderijen gewerkt. De eerste was veertig kilometer ten noorden van Christchurch op het Zuidereiland. De drie WWOOF-ers daar verrichtten tegen kost en inwoning heel diverse werkzaamheden. Kippen en paarden voeren, de moestuin aanleggen en onderhouden, helpen bij het schapen scheren en jam maken van de kersen uit de boomgaard. Hard werken en geen dag hetzelfde. 
De tweede boerderij was in Northland, Bay of Islands, op het Noordereiland, waar een gezin iemand zocht om te werken met de paarden. Daar trof Merlinde geen collega-WWOOF-ers, maar een gezin met jonge kinderen. Deze farm was zeker geen straf als je gek op paarden bent.
Merlinde assisteert bij een verjaardagsfeestje van het bedrijfje Pony Joy
Op pad met Roger
Merlinde: "Na de tweede boerderij wilde ik nog zo'n twee maanden door onder andere Nieuw Zeeland reizen. Een auto zou me dan zo veel meer vrijheid geven. Dus toen ik de kans kreeg heb ik Roger gekocht. Mijn ouders waren heel verbaasd en vonden het ook wel hilarisch toen ze mijn app-je met foto kregen. Maar deze aankoop was achteraf de beste beslissing van de hele reis, want Roger heeft me overal gebracht."

Terug in Voorhout
Na nog wat omzwervingen in Australië en Thailand is de inmiddels 19-jarige Merlinde weer terug op het honk. "Mijn ouders vinden me volwassener, maar vooral ook veel gezelliger en socialer geworden. Dat snap ik wel. Ik heb zo veel mensen van alle nationaliteiten leren kennen en zo veel plezier gehad in dit jaar. Door je open te stellen voor contacten met anderen maak je de leukste dingen mee. Het was beslist geen jaar van vakantie vieren en zeker geen verloren jaar. Ik heb veel over mezelf geleerd en heb soms echt wel moeten doorzetten. Maar ik kan het iedereen aanraden!"


Dit artikel is ook geplaatst in De Teylinger van 17 augustus 2016

maandag 1 augustus 2016

Delayed

"De piloten van EasyJet gaan staken." Erik meldt het tussen neus en lippen door, maar ik zie hem denken. "Wij vliegen woensdag toch pas naar Kroatië?" We besluiten ons nog maar niet druk te maken en de berichten rustig af te wachten. 

Die woensdag gaan de vooraf aangekondigde acties over in onverwachte werkonderbrekingen. Ze treffen ons gelukkig niet en slechts tien minuten later dan gepland komen we in Kroatië aan. "Blij dat we geen vertraging hadden", zegt Erik nog en opgewekt lopen wij naar de balie van de autoverhuur. Daar rammelt de niet erg toeschietelijke medewerker druk op zijn toetsenbord, kijkt stug naar zijn beeldscherm en zegt geen woord. Behalve dan: "Your creditcard has not been validated. Not enough balance. Could I get another creditcard, please?" 


Mooi op tijd...
Eerst denken we nog dat we het verkeerd verstaan hebben, maar de man houdt vol dat hij een andere kaart nodig heeft. En die hebben we niet. Geen creditcard, dus geen auto. Met al onze reistassen en handbagage druipen we af naar een coffeecorner en zetten daar onze opties op een rij. We verhogen onze internettegoeden om bankrekeningen te kunnen checken en plegen telefoontjes naar de creditkaartmaatschappij in Nederland. Hoe kunnen we nou zo'n ontzettend groot bedrag hebben uitstaan dat we de borg voor de auto niet kunnen betalen?

Turend naar het schermpje van zijn mobiel hoor ik na een tijdje: "Oh wacht...." Erik kijkt nog eens goed, maar hij weet het eigenlijk al. Ver weg, aan de andere kant van de wereld, hebben wij een dochter met het tweede exemplaar van onze creditkaart. Een dochter die net haar hostels in Nieuw Zeeland heeft betaald, haar treinreis in Australië heeft geboekt en de vluchten naar Bangkok en Koh Samui heeft geregeld. Kleine meisjes worden groot, maar niet groot genoeg voor een eigen creditkaart.

Met een paar handelingen via internet is het snel geregeld. Enigzins 'delayed' krijgen we alsnog onze auto mee.

zaterdag 23 juli 2016

Sarajevo, stad met geschiedenis

Midden in de oude stad van Sarajevo staat een bron, waar je even wat water kunt drinken of een flesje kunt vullen. Veel locals, meest moslims, en toeristen doen dat dan ook. Want 'Pas als je uit deze bron gedronken hebt, vind je de weg terug naar Sarajevo, wat er ook gebeurt'. Toch is deze bron bepaald niet wat het meeste indruk op ons maakt in Sarajevo


Foto: Bastiaan Wesseling
Het is het verhaal van de stad Sarajevo, dat nog lang blijft hangen. Nog geen 25 jaar geleden heeft in hier bijna vier jaar lang een burgeroorlog gewoed. Dus geen oorlogsverhalen uit overlevering, maar een oorlog die plaatsvond in een periode waaraan wij zelf heel concrete herinneringen hebben. Zoals waar we toen werkten en studeerden, en dat onze oudste dochter werd geboren.  

Had ik dus niet veel meer van deze oorlog in de geschiedenis moeten weten? Van deze jarenlange en complexe strijd, op zo'n korte afstand van Nederland. Een periode waarin het leven in Sarajavo werd beheerst door granaatinslagen, sluipschutters en vernietiging, ontstaan door grote cultuurverschillen tussen Bosnische moslims, Bosnische Kroaten en Bosnische Serviërs. En waarbij zo'n 12.000 mensen, moslims en niet-moslims, gedood of bewust vermoord zijn en zeker 10.000 mensen gewond raakten.


Een 'Roos van Sarajevo'
Onze jonge, charmante gids vertelt hoe zij als kleuter dagelijks door een klein raam aan de achterkant van haar ouderlijk huis moest klimmen om de Servische snipers te ontlopen. Hoe de afgebrande bibliotheek in de afgelopen jaren weer in al zijn glorie is hersteld. En hoe haar ouders nog steeds verlangen naar de comfortabele en stabiele tijd van Tito. Wat ze ons niet laat zien zijn de 'Rozen van Sarajevo', herinneringen aan door granaten omgekomen inwoners. Of de vele kogelgaten in muren van huizen en winkels. Liever benadrukt ze hoe positief en volhardend de bewoners gedurende deze oorlog bleven.

Inmiddels heb ik veel informatie over Sarajevo en de Bosnische burgeroorlog gelezen. En ben ik blij dat wij het water uit de bron gedronken hebben. Ooit komen we terug, om nog meer te horen, zien en voelen van deze stad met zo veel geschiedenis. 

vrijdag 8 juli 2016

Meet Mia

Meet Mia
Een fonkelnieuwe menukaart nodigt ons uit om Mia te ontmoeten.  

"Who is Mia?" Ik vraag het de jonge ober met de donkere krullen en een baard. Met zijn geruite bloes, zwarte lompe schoenen en een ruimvallende zwarte broek onder zijn sloof lijkt hij niet helemaal in deze omgeving te passen. Een hippe bakkerij met zelfgebakken brioches en sandwiches. En de taartjes net kunstwerken. 

"Mia is the boss."  Hij stopt even met praten, terwijl hij de koffie neerzet. "She is 24 and owner of the bakery." 
"So a very young boss!" zeg ik lachend. "Yes, a very young boss." bevestigt hij. En na een korte stilte: "And a very hot looking boss, too, if I may say so." Hij grijnst bij zijn eigen vrijpostigheid.


Snow white
Een jonge, creatieve en kennelijk ook nog mooie onderneemster in Zagreb. Wat maken zulke mensen de wereld toch leuk. Dan kun je toch niet anders dan van zo'n heerlijk kunstwerkje gaan genieten?


zondag 5 juni 2016

In de keuken van Buitenlust

Lekker uit eten, een avondje echt genieten. Maar voor het zover is, heeft chef-kok Peter van Restaurant-Bistro-Traiterie Buitenlust heel wat te doen. “En daar moet je plezier in hebben. Want echt, als het je gaat tegenstaan, houd je het niet vol”.

Een rustige voorbereiding
          Zondagmiddag. Het is rustig in de keuken van Buitenlust. Alleen chef-kok Peter en zijn broer Olaf zijn aanwezig. Olaf heeft zojuist gasten uitgelaten die uitgebreid gebruncht hebben in de Bistro-Traiterie. Nu is er weer even rust en tijd om naar de planning voor vanavond te kijken. “Een partij met vijftig gasten. Dat is niks. Tachtig personen, dat wordt pas wat. Om ons toch te kunnen concentreren op dit diner hebben we geen ‘à la carte’ vanavond. Bovendien heeft de brunch in de traiterie zo veel voorbereiding gevraagd, dat we besloten hebben ook daar niet open te zijn. Het wordt dus een relaxte avond, en niet helemaal representatief voor Buitenlust.”         
          Terwijl hij met een groot mes een stapel peultjes met een paar tegelijk in ruitjes snijdt, vertelt Peter over Buitenlust. Zijn vader is het restaurant begonnen, maar eigenlijk is het een bedrijf waar de hele familie in meedraait. Peter kookt voor het restaurant, zijn vader en broer Olaf doen samen de twee traiteriën. Zijn moeder doet alles in het restaurant zelf, zoals de wijn en het interieur. 
          Het koken is Peter met de paplepel ingegoten. “Het koken op de Hogere Hotelschool stelde niet veel voor. In de eerste twee jaar stonden in totaal enkele weken ‘koken’ op het programma. Maar daarmee leer je niet koken. Meedraaien vanaf je veertiende, en stages bij goede restaurants, daar leer je het van.”
          De peultjes zijn klaar en Peter gaat verder met de spitskool. Zorgvuldig wordt de witte stronk eruit gesneden en het restant in reepjes. Af en toe verdwijnt er iets van de rauwe groente in zijn mond. “Op de hotelschool begrepen mijn medestudenten niet wat ik in dat koken zag. Maar als je nu ziet dat ik samen met mijn familie drie bedrijven run, dat is toch niet mis. Het koken is nog maar een middel om dat totaalmanagement te kunnen doen.”
De voorbereidingen voor vanavond zijn gedeeltelijk gisteren al getroffen. De ganzeleverpaté en de tarte tatin staan klaar in de koelcel. Een ruimte zo groot als een doorsnee keuken, met rekken vol verse groenten, vlees en vis. Het vlees dat aan een paar haken hangt, blijken delen van een lammetje en de rug van een koe te zijn. Olaf: “Wij slachten niet zelf, daar moet je een vergunning voor hebben. Als wij een lammetje willen hebben, bestellen wij er een bij het abattoir. Het lam, liefst een vrouwtje, want dat vlees is zachter, wordt dan geslacht en wordt vier of vijf dagen afgehangen voordat we haar op komen halen. Dat afhangen is om het vlees tot rust te laten komen. In een koelcel zoals deze, met een zeer constante temperatuur, blijft dit vlees nog zo’n veertien dagen goed.” 
        Tussen alle verse waren liggen ook in vacuüm verpakte producten.Dat zijn reeds bereide producten. Het vacuüm zit er niet omheen om het erg veel langer goed te kunnen houden, want wij werken bij voorkeur met zo vers mogelijke ingrediënten. Bovendien scheelt dat maar een paar dagen. Nee, het plastic voorkomt dat geur-, kleur- en smaakstoffen zich met andere etenswaren mengen.” Olaf is verantwoordelijk voor de inkoop van de ingrediënten. Een paar maal per week kun je hem vinden op de Jan van Galenmarkt en bij De Kweker in Amsterdam. Hij heeft er inmiddels een goed contact opgebouwd met zijn leveranciers. “Dat is leuk, dat persoonlijk contact, je krijgt nog eens advies. Dan neem ik iets nieuws mee, waar Peter weer mee aan de slag kan.”

Routine in de keuken
Langzaam maar zeker druppelen er steeds meer mensen de keuken binnen. Allemaal medewerkers, zo blijkt. En vaak ook familie. Iedereen kent zijn taak en zijn plek. Hoewel het niet druk zou worden, gaat elk nieuw binnengekomen personeelslid meteen aan de slag. Want wat maar gedaan is, is maar gedaan.
Intussen is uit de koelcel een carrousel voor borden gehaald. Elk bord is al voorzien van een blaadje krulsla en een blaadje lollo rosso. “De sla is vanmorgen al gewassen. Het rotwerk eerst doen, dan ben je daar tenminste van af.” Bord voor bord wordt neergezet op de enorme tafels in het midden van de keuken. Tafels die meerdere doeleinden hebben. Het ene moment is het nog een snijblok, het volgende moment is het een werkblad. Kok Jeroen begint na binnenkomst meteen aan de chocolademousse. “De planning van koken is puur logisch nadenken. Niets anders. Alles wat nog tijd nodig heeft om bijvoorbeeld op te stijven of af te koelen, maak je eerst.” Terwijl hij deze toelichting geeft, hangt Peter met een enorme petermolen boven de uitgestalde borden. Ritmisch draait hij boven elk bord drie keer, waardoor de witte peper zich over het bord verspreidt. “Hierop komt straks de ganzenleverpaté met een beetje vlierbessensaus. En tot slot toefjes kervel erbij voor de ‘finishing touch’.” Het moet er mooi uitzien. Dat is dan ook één van de verschillen tussen een goede een gewone kok: een goede kok weet de gerechten mooi te maken.
De gasten voor de avond zijn inmiddels gearriveerd. Naast de personeelsuitbreiding in de keuken heeft er ook een uitbreiding van het bedienend personeel plaatsgevonden, waaronder ook Peters vrouw. Haar opmerking: “Nee, dit is voor mij geen bijbaantje. Het is de enige manier om mijn man nog eens te zien” geeft wel aan dat het bedrijf veel van Peters tijd opeist. Hij werkt gemiddeld negentig uur per week. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Zeker als het de ene keer, zoals met Kerst, extreem druk is en er de andere keer ‘geen kloot te doen’ is. Wat het soms ook moeilijk maakt is dat je nooit weet waarom gasten wegblijven. “Ik ben er inmiddels achter dat dat vaak aan andere factoren dan aan ons koken ligt. Een echtscheiding, het verlies van een baan. Als je dit niet in de gaten hebt, ben je niet geschikt voor dit vak.”

Tijd om te presteren
Dan wordt het sein gegeven dat de gasten aan tafel gaan: de eerste gang kan opgediend worden. De hele keuken wordt actief. Chef-kok Peter zet iedereen ‘op scherp’ met de yell “Iedereen klaar? Daar gaat ie dan!” De ganzenleverpaté wordt zorgvuldig op het bordje gedrapeerd en de broodjes gaan de stoomoven in. Een niet eens zo grote oven, die naast verwarming door hete lucht ook supersnel verwarmt door middel van stoom. Het gebruik van die oven is echter van korte duur. Het 360 volt vragende apparaat heeft het plotseling begeven. Geen paniek, want de goed uitgeruste keuken bevat meerdere ovens.
Terwijl de gasten genieten van live easy listening muziek, worden de patéborden uit het restaurant gehaald. Dit gebeurt met een zelfde vaart als het uitserveren. Vijf man bediening snelt haast geruisloos van het restaurant naar keuken, en weer terug. Stropdas recht, rok nog even afgeklopt. Geen tijd voor een praatje. Afwasser Roel heeft het ineens weer heel druk, want alles wordt meteen weggewerkt om onmiddellijk weer gebruikt te kunnen worden.
Als alles teruggehaald is, keert de rust eventjes weer. Eventjes maar, want Peter kijkt alweer op de klok en plant het tijdstip van de volgende gang. Luidkeels wordt iedereen geïnformeerd over dat tijdstip, zodat daar rekening mee gehouden kan worden. Peter verzucht: “Het is nu redelijk relaxt. Als de traiterie wel open zou zijn, zou dat een heel ander beeld geven. Dan wordt het helemáál belangrijk dat men naar één persoon luistert. Dat is dan ook een nadeel van een familiebedrijf. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen taak, maar iedereen denkt ook de eindverantwoordelijkheid te hebben. Iedereen bemoeit zich dus overal mee.”
Zowel tussengang als hoofdgerecht bevatten warme gerechten, welke een andere aanpak blijken te vragen dan koude gerechten. De grote hoeveelheid apparatuur in de keuken van Buitenlust is vanaf dat moment dan ook volledig in gebruik. Twee grote gascomforts met daartussen de warmhoudplaat annex oven zijn samen wel vijf meter breed. De afzuigkap daarboven heeft de zelfde afmeting. Verder nog twee professionele magnetrons, een grill, twee hetelucht- en één traditionele oven, de al genoemde stoomoven, een grote diepvries en vele, vele kleinere apparaten, potten, pannen, schalen, bakvormen en hulpstukken. Niets van dat alles in de huis-tuin-en-keukenformaten, maar alles minimaal anderhalf keer zo groot. Het is dan ook geen wonder dat de keuken in zijn geheel zo’n achttien bij vijf meter is.

Eén moment van paniek
Stonden de medewerkers bij het voorgerecht al op scherp, bij de twee volgende gangen wordt het nog een tikkeltje erger. De vaart zit er nu helemaal in, want nu zijn de borden ook nog eens voorverwarmd. Snel opdienen en uitserveren. “Nieuwe borden, deze zijn niet meer warm” is af en toe te horen. Ook wordt er in allerijl, maar zonder paniek, groente bijgesneden, geblancheerd en roergebakken. Keurig op tijd klaar. Ineens blijkt één van de gasten geen gamba’s te lusten. Dit wordt heel flexibel opgevangen door voor een kopje bouillon met kervel te zorgen. Olaf: “Dat gebeurt wel vaker. Als de mensen het voor hun neus krijgen, geven ze ineens aan dat ze het niet lusten. Of, als er een keus is tussen meerdere gerechten, zijn ze ineens vergeten wat ze gekozen hebben. We houden daar natuurlijk wel een beetje rekening mee.”
En dan gaat het even mis. De chef-kok is op een sein van de bediening al begonnen met het vlees voor het hoofdgerecht, als een ander lid van de bediening gehaast binnenkomt met de mededeling dat er een toneelstukje begonnen is. Stevige woorden over en weer, waarbij de chef-kok op zijn strepen gaat staan: “Ik stop niet. Laat ze maar ophouden met dat toneelstuk. Ik kan het nu niet meer terugdraaien.” Op opmerkingen als: “Ja, maar we kunnen die man toch niet onderbreken!” en “Nee, hij heeft niet laten weten, dat er een toneelstukje kwam, nee.” Komt een duidelijke beslissing van Peter: “Regel het. Nu.” En zo plotseling als dit opkwam, zo plotseling is het geregeld. Nog geen tien minuten daarna wordt het hoofdgerecht per tafel opgediend en uitgeserveerd.

De avond nadert zijn einde
           Het dessert is eerder deze avond door kok Jeroen voorbereid. Het garnituur ligt al op een bordje. De aardbeien zijn ingesneden en in een waaier neergelegd, de physalis uitgevouwen zodat de vrucht goed te zien is, en de kiwi prachtig hoekig geschild en in plakjes gesneden. Een stukje tarte tatin, een quenelle van chocolademousse en een bolletje ijs maken het tot een prachtig geheel. “Iedereen heeft een hekel aan het maken van het dessert, maar Jeroen is er een specialist in.”
De laatste loodjes. Vanaf 15.30 uur is Peter al bezig. Na het dessert zal om 24.00 uur de champagne geschonken worden, want dan wordt de hoofdpersoon van de partij vijftig jaar. Daarna zal het feest wel snel afgelopen zijn, iedereen wil naar huis. De meeste apparaten zijn gelukkig inmiddels schoongemaakt, omdat daar voldoende tijd voor was. Dan alleen nog wat laatste afwas en natuurlijk het boenen van de vloer. Al met al staat Peter al heel wat uurtjes in de keuken. “Je moet er plezier in hebben. Want echt, als het je gaat tegenstaan, houd je het niet vol.”


zondag 29 mei 2016

Wervelwinden

Libelle Zomerweek

“Groot, hè, zo’n parkeerterrein?” Slenterend naar onze auto kijken we op van ons kletspraatje. Een kwieke, keurig geklede dame van zo rond de 65, vervolgt: “En al die auto’s lijken ook zo op elkaar!”
Terwijl wij op ons gemak onze plastic tassen en goodiebags achter in de auto zetten, zie ik mevrouw vanuit mijn ooghoeken verder dwalen en ik hoor haar roepen: “Heeft u toevallig een grijze Citroen Picasso gezien?” Wij kijken elkaar vragend aan.

Mevrouw is al ruim een half uur aan het zoeken. Op ons aanbod stapt ze blij achterin de auto. Met z'n drieën rijden we straatje voor straatje over dit deel van het parkeerterrein. Ondertussen stelt ze met een beetje een bekakte stem haar schoonzus Els telefonisch op de hoogte: "Oh, Eèèèèlllls! Ik zit hier in de auto met twee alleráááárdigste dames die me helpen zoeken. Nou, wij komen er aan, hoor." Kort daarna zit mevrouw vrolijk te zwaaien en te gillen: Eèèèèlllls!!!! Eee-hèèèèlllls! Kom ook gezellig in de ooootooooooooo...." Twee zielen, één gedachte. Binnen de kortste keren zit kwieke, keurige mevrouw nummer twee in de auto en wordt mevrouw nummer drie gebeld. En wij zitten er bij en kijken er naar. 

Mevrouw nummer drie heeft nieuws. Zij heeft inmiddels de auto aan de andere kant van het parkeerterrein gevonden. "Oh, echt? Maar deze allerááááárdigste dames brengen ons ook wel naar Rotterdam, daar niet van". Mevrouw nummer twee schatert het uit. "Vonden jullie het ook zo vréééééééselijk, die Libelleweek? Nóóóóóit weer!" Veel vriendelijke dankwoorden volgen en een handvol dropjes, en de dames zijn gevlogen. Overdonderd zitten wij elkaar aan te kijken om deze vrolijke tornado's. Ineens is er weer rust. Op naar huis.

zondag 24 april 2016

Rode lopers

Meer dan 90.000 euro. En een blaar op mijn rechtervoet. Maar wat hebben we met elkaar een héle hoop geld bijeen gelopen. Samen met 749 anderen heb ik gewandeld voor de Nierstichting. Een sponsorwandeling voor de ontwikkeling van de draagbare kunstnier om precies te zijn. En nog specifieker: voor Thomas, de zoon van vriendin Arianne.

Pas kort geleden zag ik het filmpje van de Nierstichting waarin Thomas de hoofdrol speelt. Tuurlijk wist ik wel wat van zijn nierproblemen, want zo af en toe vertelde Arianne er over. En ik heb op dat moment ook zeker naar haar geluisterd. Maar had ik de consequenties van nierschade ook werkelijk gehoord?

Het is een prachtig filmportret. Thomas laat er in zien hoe hij om de dag aan de dialysemachine ligt. Hij vertelt nuchter over de omstandigheden en de gevolgen. Over beperkingen die mijn eigen twintigers toch niet kennen. Mijn hart gaat open voor zo'n jongeman, die met zijn ambassadeursschap voor de Nierstichting zo'n waardevolle richting aan zijn leven geeft. 

Ik gun Thomas een draagbare kunstnier. Volgend jaar weer op die rode loper!

woensdag 13 april 2016

Late lunch

Midden op de dag, onderweg terug van een zakelijke afspraak in Hilversum. Het is tijd om iets te eten. De omgeving ken ik niet zo goed, dus ik neem de eerste de beste afslag. Een kilometerslange, rustige weg met boerderijen en leuke vrijstaande huizen in Nederhorst den Berg. Maar geen supermarkt of broodjeszaak te vinden.


Vreeland
Vreeland
Door naar Vreeland, waar net zo weinig leven te bekennen is. Op twee drukke achtjarigen na, die tegen me beginnen te praten. Over hockey, en tennis, en nog veel meer. "Mevrouw, zal ik het Wilhelmus zingen? Ja? Of nee? Nú zeggen". Luid zingt de meest vrijpostige van de twee de eerste zinnen en houdt goed in de gaten of ik wel luister. "Ik hou van zingen. Ik kan heel goed zingen". Daarna wijzen de jongens me een supermarkt iets verderop, waar ik zo langzamerhand wel dat broodje hoop te kopen. Helaas. Bij de openingstijden van de eenvoudige 'Dagwinkel' staat: 'Woensdagmiddag. Vanaf 13.00 uur gesloten'. 

Ik krijg er inmiddels genoeg van. Teruglopend naar de auto kom ik de enige twee levende wezentjes in dit dorp weer tegen. Dit keer rennen ze met grote takken woest schreeuwend heen en weer: "De bloedduivels veroveren de wereld, whaaaahhhh". 

Tja. Nou. Weinig te veroveren in Vreeland.

zaterdag 30 januari 2016

Ariël

"Getver, wat een stank is dat toch!" De geur uit de net geopende vaatwasser komt ons tegemoet. "Hoe kán dat nou, zo'n sterk parfum. Dit is gewoon vies."
De aanbieding in de supermarkt was interessant, dus meteen flink ingeslagen. Maar inmiddels ben ik in staat om alle dozen zó de vuilnisbak in te kieperen. Het gaat niet alleen om de geur, maar ook smaken de borden en het bestek geparfumeerd. Ligt het aan het merk? Misschien een foutje in het productieproces? 

De irritatie loopt steeds hoger op en daarom wordt het tijd om verhaal te halen bij de fabrikant. Maar het zoeken in Google levert niets op. Geen klantenservice, geen e-mailadres, geen FAQ-lijst. Zuchtend kijk ik nog een laatste keer op de verpakking. Met de groene plastic doos in mijn hand lees ik de lettertjes, cijfertjes en symbooltjes. En blijft mijn blik rusten op een tekeningetje van een T-shirtje. 

De vier dozen zijn naar het washok verhuisd. We halen nog regelmatig sterk geurend serviesgoed uit de kasten.

vrijdag 6 november 2015

"Kinderen zijn zo lekker eerlijk"

Mirjam is sinds 1 november jl. leidster bij naschoolse opvang De Bromtol. Een leidster met een brede belangstelling, maar vooral 'zorg' staat centraal in haar leven. "De naschoolse opvang en werken in het verzorgingshuis: ik vind het gewoon allebeí leuk om te doen!"

Het gezin
            Een gezellig huis in een dorp in het westen van het land. De 26-jarige Mirjam is er niet geboren, maar wel opgegroeid. In de huiskamer een deel van de familie; echtgenoot Koen, pleegdochter Annabel en de drie poezen. Zoontje Chris ligt al lekker te slapen.
            Tijdens een stage voor haar opleiding heeft Mirjam voor het eerst ervaren dat kinderen zich soms in heel treurige omstandigheden staande moeten houden. Vooral het lot van een klein vijfjarig meisje heeft haar destijds erg aangegrepen. Haar vader was een dealer, haar moeder een heroïneprostituée. Mirjam: "Ondanks dat dit meisje regelmatig werd mishandeld en zelfs op kinderpsychiatrie belandde, werd ze in het gezin teruggeplaatst. Onbegrijpelijk."
            Aanleiding voor Mirjam en haar man om regelmatig zelf pleegkinderen in huis te nemen. Diverse kinderen hebben inmiddels bij hen gewoond, variërend van weekeinden of vakanties, tot langduriger, van 4 maanden tot 2,5 jaar. Het is vaak heel intensief en geeft ook wel stress. Maar juist als het wat minder goed verloopt, geeft het voldoening als voor deze kinderen ook het juiste plekje gevonden is.

Hobby's
            Tijd voor hobby's heeft Mirjam ook nog. Lezen is haar voornaamste hobby. Om de geest tot rust te brengen leest ze regelmatig de boeken van Baantjer, over rechercheur De Cock. "Als je Amsterdam kent, en je leest deze boeken, dan weet je precies waar De Cock op dat moment is. Héél leuk!" Verder leest Mirjam boeken over problematieken met kinderen en tieners. Zo leest ze de boeken van Yvonne Keuls graag.
            De gezondheidszorg in het algemeen heeft ook haar belangstelling. Daarom werkt ze regelmatig op uitzendbasis als verzorgende in een verzorgingshuis. "Oudere mensen wassen, wonden verzorgen, helpen bij alle algemene dagelijkse levensbehoeften. Mooi werk, en zeker de combinatie met de naschoolse opvang is fijn."

De Bromtol          
            Het leeftijdsverschil tussen de kinderen van de naschoolse opvang vindt Mirjam geen probleem. Dat is ze thuis ook gewend. Haar groep nú bestaat uit kinderen van vier tot zeven jaar. Dat vindt ze erg leuk: "Die kleine kinderen zijn zo lekker eerlijk!" Mirjam: "Je kind moet het aankunnen, want het zit al een hele dag op school. Zeker als een kind pas sinds kort naar school gaat, is het best veel. Maar het is ook een gewenningsproces. Mijn zoontje Chris vindt het er leuk, en hij leert er een heleboel andere kinderen kennen."
            Tijdens haar opleiding heeft Mirjam gewerkt met kinderen met sociale problemen. Bij de Bromtol speelt de opvoedkundige taak een minder grote rol. De naschoolse opvang is meer vrijblijvend. De kinderen moeten de hele dag al zo veel. Bij aankomst op De Bromtol eten ze een crackertje en mogen ze, als ze dat willen, vertellen over school of over iets heel anders. Daarna gaat ieder kind zijn gang, wat knutselen, een spelletje, video kijken of computergamen. Er kan echt van alles worden gedaan en dat is prettig: "Na een dag hard werken op school is de sfeer hier eigenlijk altijd ontspannen".

vrijdag 14 augustus 2015

Knotje

Met een bedrukt gevoel staan we in de vertrekhal elkaar aan te kijken. Een lach, maar zeker ook een paar tranen. Merlinde is na een paar innige omhelzingen klaar om door de douane te gaan. Na de aller-aller-allerlaatste knuffel volgt ze met stevige stappen de borden van de luchtvaartmaatschappij naar de douane. Een poortje door, een roltrap op, nog een laatste zwaai.

Op weg naar Nieuw Zeeland
Tja, en wat gaan wij nu eens doen? Even ergens het hoofd leegmaken? We lopen nog wat te dralen, nog niet helemaal bereid om te gaan. Als ik een laatste keer omkijk, zie ik Merlinde met haar rolkoffertje ineens op een vide vlak boven ons verschijnen. "Lin!" gil ik blij, maar ook wel een beetje hysterisch. Ook de andere twee draaien zich onmiddellijk om en met z'n drieën staren we naar haar zich verwijderende gestalte. Onze Lin hoort het niet. 

Daar gaat ze. Achttien jaar. Stoer, zelfstandig, een eigenwijze rommelknot op haar hoofd. We wachten en kijken, net zolang tot ook de allerlaatste sprietjes van dat eigenwijze knotje definitief uit het zicht zijn verdwenen. Onze wereldreizigster, op weg voor een jaar Nieuw Zeeland.

vrijdag 19 juni 2015

Die handige familie-App

De groepsWhatsApp 'Familie' op mijn mobiel rinkelt. "Heb je nog tape nodig?" vraagt Maryse. "Ja," schrijf ik enthousiast terug, "graag!". Erik heeft geen zin om zijn mobiel te checken, maar wil wel weten waar dat over ging. "Wat was dat?" vraagt hij. Ik twijfel en antwoord: "Oh, niks bijzonders."

De familie-WhatsApp van Merlinde bromt nu ook. Ze kijkt op haar telefoon en begint te typen. Verder blijft het stil. "Wat is dat toch?" vraagt Erik weer. "Oh, niks bijzonders." herhaalt ze mijn woorden gniffelend.

Als de familie-WhatsApp wéér gaat is een waarschuwing op zijn plaats. "Schat, niks bijzonders. Alleen maar jouw irritatiefactortje." Hij kan het niet laten. We zien hem lezen over de handel rond Tape, en Katoen, en Zagen. Om vervolgens per familie-WhatsApp voor te stellen om vooral een HayDay-WhatsApp-groep aan te maken. Zonder hem alsjeblieft.

donderdag 28 mei 2015

Regels zijn regels

Het vak treinmachinist moet je altijd serieus nemen. Ook als het om een trein gaat die door een openluchtmuseum rijdt. Maar daar moesten wij nog achter komen.   

Een snelle en slimme planning: als we nú onze pannenkoek opeten, kunnen we met een turfschip naar de andere kant van het park en van daar uit met een treintje naar het veengebied. De schipper van 'De Elisabeth' brengt ons er heen, wijst ons het stationnetje en wenst ons nog veel plezier. Rustig slenteren we naar het perron, benieuwd naar het geplande ritje. "Blijf hier maar staan," zegt Erik dan. Hij kijkt met te veel interesse naar de lege, kale bedoening in dit deel van het park. En vervolgt dan wat zachter: "Want daar staat een bord dat we niet willen zien." 


Alleen voor uitstappen
Even later nadert het bijna lege treintje hobbelend en rammelend het verder totaal verlaten perron. Soepel stapt de machinist uit het locomotiefje. De rode machinistenpet ontbreekt, maar het mooie blauwe uniform geeft genoeg status. Na een vriendelijk "Goedemiddag" meldt hij ons dat er een probleem is. Wij kijken elkaar verbaasd aan. Hij wijst naar het bord en zegt dat het niet is toegestaan om in te stappen. Hier waren we dus al bang voor... maar de machinist heeft een punt. 

Dan kijkt de man ons schalks aan. "Let op...", zegt hij. "...let op wat ik doe". Hij houdt theatraal zijn hand met gespreide vingers voor zijn gezicht. Pretoogjes kijken tussen de vingers door. Daarna draait hij zich om en maakt met een doek een natgeregende bank voor ons droog. De hele verdere reis krijgen we met regelmaat een knipoog. Vast omdat we zo enthousiast zitten te genieten.